Executive insight

Start-ups kunnen veranderingen teweeg brengen, maar zijn geen wondermiddel

Hoewel start-ups in de verzekeringssector wat langzamer op gang kwamen dan in andere sectoren, krijgen ze steeds meer invloed op de ontwikkeling van de branche. Maar de vraag of zij zich hiermee moeten bezighouden, en zo ja, hoe en wanneer, blijkt voor verzekeraars een uitdaging; recent onderzoek wijst uit dat minder dan een derde van de gevestigde verzekeraars de mogelijkheden van dit soort partnerschips actief verkent, en dat slechts 14% incubators steunt, al dan niet via een investering(*).

Insure-techs worden steeds populairder, en de meeste grote verzekeraars zijn bezig met het opzetten van innovatielabs, het aankopen van start-ups of het aanbieden van financiering via corporate durfkapitaalfondsen. Of deze investeringen genoeg zullen opleveren, blijft te bezien. En zoals de gangbare uitspraak in de verzekeringswereld luidt: je moet veel autoverzekeringen verkopen om dit te financieren!

Ageas heeft er bewust voor gekozen om niet te investeren in willekeurige experimenten. In plaats daarvan zetten we het “interne incubatormodel” in, dat is ontworpen om uit te wijzen waar onze sterke kanten kansen bieden voor stapsgewijze innovatie tegenover volledig nieuwe oplossingen. We mogen immers niet vergeten dat slechts een handvol van de duizenden initiatieven die elk jaar opgestart worden kans van slagen heeft. De rest mag dan in theorie interessant zijn, maar die theorie garandeert geen toegevoegde waarde.

Er zijn velerlei mogelijkheden. Zo kun je selectief commerciële overeenkomsten aangaan met start-ups die cruciale vaardigheden hebben op het gebied van het “internet of things”, of gespecialiseerd zijn in specifieke aspecten van de waardeketen. En hoewel er altijd een overdaad aan creatieve ideeën en meer dan genoeg financiering beschikbaar is, blijft het voor start-ups een uitdaging om genoeg klanten te bereiken en op te schalen. Die mogelijkheden kan een verzekeraar bieden. Elke verzekeraar moet zijn eigen positie overwegen en zorgen dat hij handelt volgens zijn risicobereidheid en strategisch profiel.

Tot nu toe zijn de beste innovaties die Ageas heeft uitgerold “zelfgemaakt”, zoals bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk, België, Portugal, Turkije en Aziatische landen. Als je mensen de ruimte geeft, zowel qua tijd als qua middelen, om innovatieve ideeën te ontwikkelen buiten hun gebruikelijke activiteiten, krijg je opmerkelijke resultaten. Wij hebben gemerkt dat interne ideeën veel makkelijker zijn in te voegen in de waardeketen dan ideeën die van buitenaf komen. Dat wil niet zeggen dat er buiten het bedrijf geen inspiratie te vinden valt, in tegendeel.

Start-ups spelen een belangrijke rol: zij zetten vraagtekens bij de standaarden van onze sector, en fungeren zodoende als katalysator voor veranderingen. Ze dwingen nieuwe vormen van klantinteractie af, en het zou onverstandig zijn om ze niet te blijven volgen. Ageas heeft zelf een aantal beperkte investeringen lopen in externe incubators en durfkapitaalfondsen in technologie voor de gezondheidszorg. Die sector volgen we ook zelf op de voet. In sommige gevallen leidt dit tot kansen om voor een beperkte tijd bij te dragen aan een specifiek initiatief. Dit soort overeenkomsten komt in de hele Groep voor, en kan centraal of lokaal onderhandeld worden zonder tussenkomst van bovenaf, net als in de ondernemende cultuur van een start-up.

Dus wat zal de toekomst brengen? Misschien zal een van de start-ups een doorslaand succes worden - of zelfs een disruptor. Sommigen zullen worden aangekocht en fuseren met andere bedrijven. Anderen zullen weer verdwijnen.

Maar we moeten ons niet blindstaren op de hype rondom start-up-innovatie; bij verzekeraars vindt sowieso, op een permanente basis, stapsgewijze innovatie plaats. En dit soort innovatie biedt ook mogelijkheden voor succesvolle samenwerkingen met start-ups. Er is ruimte voor iedereen.

*bron: PwC Global FinTech Survey 2016